Kunst uit de Kampen

Een portret van overleven door de kracht van kunst



 


Het is 1942 en de Japanse bezetting van toenmalig Nederlands-Indië is een feit. De familie Martèl wordt gedwongen (en geïnterneerd) op hun landgoed Tjimanggoe in de Preanger op West-Java. De jongvolwassene Benny Martèl (18jaar) legt de gebeurtenissen (een dagboek) uit het dagelijks leven vast in een groot aantal tekeningen. Hij gebruik hier allerlei papiertjes voor die in zijn bereik zijn als er maar een groot genoeg wit vlak is om op te tekenen. Zijn broer Gerard die nog in leven is schreef verhalen tijdens de bezetting en zal de tekeningen toelichten omdat hij nog een actieve herinnering heeft aan die tijd. Benny’s dochter Sasja Martel, verteld over haar vader en de vondst van deze wonderbaarlijke mooie collectie die voor de direct betrokkenen veel herinneringen zal oproepen uit die tijd en voor buitenstaanders een beeld geeft van het dagelijks leven in deze bewogen periode (1942- 1945).

Oded Cohen, werd in Malang geboren eveneens op Java. Zijn vader werd als zoveel Nederlanders gemobiliseerd en toen het duidelijk was dat de oorlog aan de japanners verloren was als krijgsgevangene gemaakt en geïnterneerd in een kamp in Malang. Zijn moeder die van Israëlische afkomst was en hijzelf werden van vader gescheiden en werden geplaatst in de Boering school. Ze kregen af en toe de kans vader Cohen te bezoeken al was het dat ze hem alleen door het hek konden zien.  In 1943 worden moeder en kind geïnterneerd in het Boemie kamp in Solo waar door gebrek aan schrijfmateriaal en papier zijn moeder het dagelijks leven vastlegt in een geborduurd boek. Ook borduurde ze een liefdesgedicht voor haar man die ondertussen de ontberingen van de Birmaanse Jungle moest ondergaan. Hierin verborg ze geheime informatie voor later als de oorlog beëindigt zou zijn en ze een doorstart zouden maken.

Het Museon omniversum heeft de grootste collectie tekeningen uit de Japanse interneringskampen volgt de twee bovenstaande links voor meer informatie.


Bep Rietveld, dochter van de bekende architect en meubelontwerper Gerrit Rietveld, tekende in een jappenkamp honderden portretten als aandenken voor nabestaande onder meer als kinderen werden gescheiden van hun ouders. Veelal werden portretjes geruild voor voedsel of textiel om kleding voor kinderen van te maken. Haar dochter probeert alle portretten te achterhalen

Schrijver van het boek “Kamp Schilders”

In ‘De Kampschilders’ vertelt Jan Brokken het verhaal van Willem en Maria Hofker en Rudolf Bonnet, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in hetzelfde jappenkamp terechtkwamen als zijn vader Han en moeder Olga. Ingenieus verweeft hij hun verhalen. Brokken schetst het rijke culturele leven in de jaren dertig op Bali, waar kunstenaars uit de hele wereld naartoe trokken en geïnspireerd en betoverd werden door de Balinese cultuur. Aan die wereld kwam een eind toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De voortdurende angst in het kamp maakt hij indringend invoelbaar, maar dit verhaal laat ook zien hoe kunst in onmenselijke omstandigheden een redding kan zijn.

Anne-Ruth Wertheim is geboren in Jakarta leeft aldaar een luxeleven tot hier plots een einde aankomt, ze is dan zeven jaar. Het gezin Wertheim wordt uit elkaar gehaald. Vader gaat naar een mannenkamp, moeder met de drie kinderen naar een vrouwenkamp. Anne-Ruth verteld over haar ervaringen als jong meisje in de kampen en de tekeningen die ze maakte. Ver na de oorlog zet ze haar gedachte om in beeldhouwwerk en wijd haar leven aan het bestrijden van racisme.

Wat hebben de vrouwen en kinderen in de Japanse kampen in Nederlands-Indië meegemaakt? Welke wonden en trauma’s zijn daarbij achtergebleven en hoe zijn ze daar tijdens hun leven mee omgegaan? "Als Ik Mijn Ogen Sluit” is een film over de vrouwen en meisjes die de Japanse kampen overleefden en hoe zij hier later in hun leven mee omgingen. De Japanse kampen lieten immers grote littekens na, en veel van die littekens zijn nog niet genezen of verdwenen. De verhalen van de overlevenden werden na de oorlog in Nederland niet meer gehoord of erkend en voor de overlevenden is het moeilijk om te accepteren dat veel mensen weinig weten over deze periode. Dit roept gevoelens van woede op veroorzaakt opnieuw intense pijn.

Bep Rietveld: